top of page
  • S. de Waart

RAAD VAN WIJZEN: GEANNE VAN ARKEL


Interface ijvert voor inclusieve modellen. Daarmee hoop ik andere bedrijven te inspireren’

De Raad van Wijzen van Material Sense LAB bestaat uit experts in hun vakgebied. Zij werken allemaal mee aan de transitie naar een circulaire economie. We stellen ze graag voor.

Geanne van Arkel werkt al 14 jaar bij Interface, ’s werelds grootste producent van commerciële tapijttegels. Ze houdt zich bezig met duurzame ontwikkeling binnen en buiten het bedrijf. Ze verbindt verschillende partijen en deelt de duurzame bedrijfsstrategie van Interface - gebaseerd op biomimicry en de methode The Natural Step - die in 1994 is opgesteld dankzij oprichter Ray Anderson.

Hoe ben je in de raad van wijzen terechtgekomen?

‘Toen Simone de Waart mij vroeg, voelde ik mij erg vereerd. We zijn al langer in contact met Material Sense LAB, vanwege de kennis die zij hebben op het gebied van biobased, recycling en het slimmer omgaan met grondstoffen. De tentoonstelling die Material Sense LAB een paar jaar geleden op de Dutch Design Week heeft georganiseerd, maakte veel indruk op mij. Daarnaast ligt de kracht van Material Sense LAB in het bij elkaar brengen van partijen die elkaar versterken en het delen van kennis en dat past heel erg bij onze werkwijze. Een concreet materiaal heeft het ons nog niet opgeleverd, maar wel een groter netwerk en kennis van wat er speelt op biobased gebied.’

Interface is een echte pionier en een voorloper…

‘Dat klopt. In 1994 heeft onze oprichter Ray Anderson besloten dat het roer om moest. We waren als tapijtfabrikant afhankelijk van olie en werkten lineair. Er werd daarom een duidelijke visie opgesteld: in 2020 moet het hele bedrijf duurzaam en milieuvriendelijk zijn en zelfs een herstellende bijdrage leveren aan milieu en maatschappij. Inmiddels zijn we al een heel eind op weg. We kijken al verder dan 2020 en zijn zelfs bezig met plannen die ervoor zorgen dat onze fabrieken niet alleen geen negatieve impact hebben, maar zelfs functioneren als een bos. We kijken ook hoe we onze tapijttegels, die nu al bijdragen aan een beter binnenklimaat, wellicht kunnen maken in een proces waarbij we CO2 omzetten. Als je een stip op de horizon zet, lijkt het soms een 'mission impossible' omdat je nog niet ziet hoe veel oplossingen er al zijn. Je moet ze alleen weten te vinden. Soms gaat het ons niet hard genoeg, maar we vorderen gestaag. Inmiddels draait de Europese productielocatie in Scherpenzeel al volledig op biogas en is 50 procent van onze grondstoffen nu al gerecycled of biobased.’

Het was een beslissing met veel impact

‘Absoluut. Interface wordt hierdoor gezien als één van de meest duurzame bedrijven ter wereld volgens het Globescan SustainAbility onderzoek. Duurzaamheid betekent niet alleen milieuvriendelijk en circulair produceren. We willen ook de sociale dimensie van duurzaamheid in onze tapijttegels integreren. Een voorbeeld is het Net-Works programma, een inclusief en circulair businessmodel: vissers in de Filippijnen verzamelen ronddrijvende spooknetten en verkopen dat als grondstof voor Interface tapijttegels. Hierdoor kunnen ze sparen voor toekomstige investeringen, educatie voor hun kinderen en herstellen ze hun eigen leefomgeving. ’

Zijn jullie een voorbeeld voor anderen?

‘We delen onze kennis heel graag met andere partijen en we vragen ook regelmatig om hulp van externe partijen in onze zoektocht naar duurzame materialen. En zo raken ook andere bedrijven geïnspireerd. Het Net-Works programma heeft al bij veel bedrijven geleid tot programma’s waarin visnetten worden ingezameld. De circulaire economie stopt niet bij de grenzen van je eigen organisatie. Multidisciplinair samenwerken is noodzakelijk. Het is heel goed dat engineers en biologen hun kennis delen. Ze spreken allebei een andere taal en het is zaak om die werelden samen te brengen. Er liggen veel kansen in een integrale duurzame aanpak en de industrie heeft steeds meer belangstelling voor circulair produceren. Vandaar dat de belangstelling voor het leren van de natuur, biomimicry genoemd, steeds groter wordt.’

Hoe ver zijn jullie?

‘We zijn al een eind op weg, maar er kan veel nog beter. We vallen zeker niet in een zwart gat in 2020, want er zijn nog zo veel kansen en mogelijkheden om verder te gaan in onze missie. Onze producten hebben een positieve invloed op het binnenklimaat in ruimtes en de footprint is gemiddeld al 50 procent lager. Natuurlijk zul je altijd impact houden, want je bestaat. Maar het gaat erom dat je zo veel mogelijk positieve impact realiseert met een zo laag mogelijke voetprint. Dankzij de interesse voor circulaire economie is er steeds meer belangstelling voor hergebruik en onze tapijttegels zijn daar uitermate voor geschikt. We doen zelfs projecten waar tot 80 procent van de oude tapijttegels wordt hergebruikt in het nieuwe vloerontwerp. Door op deze manier samen te werken word je een partner in plaats van een leverancier.’

Is de natuur een inspiratiebron?

‘Biomimicry – het leren van de natuur -is ontzettend interessant en belangrijk voor onze toekomst. Je kunt zo ongelooflijk veel leren van de natuur, er ligt meer dan 3,8 miljard jaar aan R&D besloten in de natuur. Zo’n probleem als de spooknetten zou je bij de bron moeten aanpakken. Bijvoorbeeld door te kijken naar dolfijnen. Die gebruiken luchtbellen als visnet. We zien de belangstelling voor de natuur groeien. Onze tapijttegels, gebaseerd op een bladerdek zijn een groot succes. Meer dan 45 procent van onze omzet is afkomstig van dit type producten.’

Zou elk bedrijf zoals Interface moeten werken?

‘Het zou heel mooi zijn als iedereen een herstellende bijdrage gaat leveren aan het milieu en de maatschappij. Dat is ook het doel van de Sustainable Development Goals. Door de belangstelling voor de circulaire economie zijn er mooie inclusieve businessmodellen te ontwikkelen zowel lokaal als internationaal. In Nederland worden ideeën heel snel opgepakt en dat maakt ons land een voorloper. Ook vanuit de overheid zijn er goede initiatieven. Het grondstoffenakkoord is een mooie aanzet en ook steden en provincies bevorderen cross-sectorale samenwerking. De rijksoverheid zou door verschuiving van belasting op arbeid naar grondstoffen de realisatie van de circulaire economie kunnen versnellen doordat hergebruik dan wordt gestimuleerd

Wat is je ambitie voor 2017 in de raad van wijzen?

‘Ik wil nog meer bedrijven kennis laten maken met Material Sense LAB en mooie verbindingen realiseren.’

NIEUWSBRIEF

Schrijf je hier in voor onze

nieuwsbrief!

bottom of page